Een soort trifle, gemaakt met Grieks kataifideeg (soort engelenhaar), homemade custard en behoorlijk wat slagroom. Een aardig “plak het maar op mijn dijen” toetje, maar verschrikkelijk lekker. Uit een Grieks kookboek en een royale portie… Het deeg is te koop bij een Griekse winkel, in de diepvries.
100 gr kataifideeg – 50 gr boter – onbespoten citroen – 175 gr fijne suiker – 125 ml water – 4,5 dl volle melk – 2 eidooiers van grote eieren – 40 gr maïzena – 1 el oranjebloesemwater – 2 dl slagroom – 25 gr gepelde pistachenoten
Laat het deeg ontdooien en vouw het uit. Leg het op een braadslede, bekleed met bakpapier. Smelt 30 gr boter en sprenkel dit over het deeg. Bak ca 40 min in een oven van 200oC, tot het goudbruin en krokant is. Laat het wat afkoelen en breek in stukjes. Verdeel over een licht ingevette rechthoekige ovenschaal.
Meng 100 gr suiker met 125 ml water, giet in een steelpan. Snij een paar reepjes schil van de citroen, let op dat het witte gedeelte aan de binnenkant van de schil eraf is. Voeg toe aan het suikerwater en breng aan de kook, laat 5 min zachtjes pruttelen tot het wat ingekookt is maar niet verkleurd. Giet over het gebakken en afgekoelde deeg en zet opzij.
Klop de eidooiers met 75 gr suiker tot een licht en glad mengsel en klop de maïzena erdoor. Verwarm de melk in een ruime pan, giet kloppend wat warme melk bij de eidooiers, giet dit mengsel goed kloppend terug in de pan met warme melk. Op laag vuur laten binden, goed blijven kloppen anders krijg je een korrelig geheel. Klop door tot het een dikke, romige en gladde custard is. Haal van het vuur en roer de oranjebloesemwater en 20 gr boter, in kleine blokjes gesneden, erdoor. Ga door met kloppen. Schenk deze custard over het gebakken deeg en laat volledig afkoelen. Zet daarna in koelkast.
Vlak voor het serveren de slagroom kloppen tot zachte pieken en schep op de custard. Strijk uit en bestrooi met de gehakte pistachenoten.